Bij naderend onweer handelt de scheidsrechter als volgt:
1.) Wanneer vooraf bekend is dat er onweer kan komen, dient hij beide assistent-scheidsrechters te vragen alert te zijn op eventuele onweersontwikkeling.
2.) Onweer wordt gevaarlijk voor spelers, toeschouwers, enz., als de tijd die verloopt tussen het zien van de bliksemflits en de daaropvolgende donder, minder is dan 10 seconden. Dit betekent dan dat het onweer zich globaal op 3 km afstand bevindt. Aangezien onweer zich snel kan verplaatsen, is het dan tijd maatregelen te treffen.
Het bovenstaande is een vuistregel die niet altijd opgaat. Onweer kan zich soms plotseling aankondigen, al
gaat er meestal wel een dreigende weersontwikkeling aan vooraf. Wees blijvend alert op dergelijke
ontwikkelingen.
3.) Is het tijdsverschil tussen het zien van de bliksem en het horen van de donder minder dan 10 seconden, dan dient de wedstrijd onmiddellijk te worden onderbroken.
4.) Spelers, scheidsrechter, assistent-scheidsrechters en toeschouwers terug zich dan terug in de (kleed)gebouwen.
Bron : KNVB publicatie ‘Handboek Competitiezaken amateurvoetbal 2022 /2023’